The Netherlands
January 30, 2017
Snijmaïs past perfect naast gras en stelt melkveehouders in staat veel melk uit relatief goedkoop ruwvoer te produceren. Met maximaal produceren uit ruwvoer creëert u als melkveehouder de hoogste toegevoegde waarde.
Ronald Zom doet al ruim 25 jaar onderzoek naar de benutting, opname en effecten van snijmaïs in het melkveerantsoen. Melkveehouders moeten zich volgens hem focussen op het omzetten van ruwvoer in zoveel mogelijk melk. Dat is waar zij de hoogste toegevoegde waarde mee kunnen creëren.
kVEM per hectare
Dat begint met hoge ruwvoeropbrengsten, of beter gezegd: hoge voederwaarde-opbrengsten van elke hectare. Zorg goed voor de grond en besteed voldoende aandacht aan de teelt. Maak een bewuste rassenkeuze, afgestemd op de groeiomstandigheden per perceel en ga voor de hoogste kwaliteit: dat is de kVEM-opbrengst per hectare.
Verliezen beperken
Na de teelt is het zaak zoveel mogelijk van deze VEM’s voor het voerhek te krijgen. Dat betekent het beperken van verliezen bij de oogst, conservering en vervoedering waar mogelijk. Een slechte conservering geeft verlies in de kuil én aan het voerhek door verminderde smakelijkheid.
Optimaal rantsoen
Stem het type snijmaïs af op je rantsoen en zet de beschikbare maïs vooral in voor hoogproductieve dieren. Met name in het begin van de lactatie is maïs een uitstekende energiebron. Door de koeien op te delen in productiegroepen stijgt de ruwvoerbenutting.
Voeropname verhogen
De hoogste opname van snijmaïs bereik je met een drogestofgehalte van 33 tot 40%, een goed geplette korrel en een zo hoog mogelijke verteerbare organische stof. Die verteerbaarheid komt uit het zetmeel en uit verteerbare celwanden, die samen de VEM leveren. Het gaat bij maïs om de VEM per kg ds.
Bekijk hier de toprassen in kVEM/ha op de Rassenlijst >>